We kunnen ook dit jaar weer terugkijken op een succesvol symposium, dit keer over ‘een cultuur van angst’.
Eddo Evink hield de openingsvoordracht en sprak vanuit zijn filosofische achtergrond. Hij vertrok vanuit de idee van ‘geworpenheid’ van Heidegger, het feit dat we als mens op de aarde gezet zijn en op onszelf aangewezen. De ander is dan enerzijds onze metgezel, maar kan ook een bedreiging worden. Sartre heeft dit verder uitgewerkt in het existentialisme. Eddo verbeeldde de angst voor de vreemdeling door figuurtjes te tekenen met een hekje er omheen, en de ANDER er expliciet buiten te zetten. De bedreiging komt overigens niet alleen van buiten het hekje, maar ook van binnenuit. Doordat we elkaar steeds minder vertrouwen komen we in een geprotocolleerde samenleving; alles moet worden vastgelegd in regels. Hetgeen leidt tot een verkrampte cultuur.
Eenvoudige oplossingen zijn er niet, maar Eddo pleitte onder andere voor het vormen van nieuwe gemeenschappen, die de oude structuren zoals kerken en vakbonden kunnen vervangen.
Als tweede sprak Jacco Pekelder over ‘Burgers op het podium in het theater van de angst’. En dat theater van de angst is dan de dreiging van terrorisme. Jacco ging in op de drijfveren van terrorisme, en stelde dat het niet zozeer ging om het maken van slachtoffers maar om het creëren van een sfeer van angst. En dat is wat de terroristen proberen te bereiken, teneinde hun doelen te kunnen realiseren. Het gaat dus om het ontregelen van de samenleving. Ook hier weer geen eenvoudige oplossingen, maar we kunnen ‘als grijze massa’ er wel tegen in opstand komen. Vandaar dat Jacco met een aantal studenten een project hebben opgezet in het kader van de campagne ‘Dare to be grey’, ofwel roep mensen op om de het grijze midden kleur te geven. Zie ook http://www.daretobegrey.org/ .
De volgende bijdrage was van Ronald Tinnevelt. Hij had als insteek van zijn verhaal de ontevredenheid in de samenleving, die zich vervolgens ook weer vertaalt in angst. Zijn uitgangspunt was de ‘boze burger’. Deze manifesteert zich bijvoorbeeld bij demonstraties tegen een asielzoekerscentrum, maar het zijn echter de onderliggende onvrede en zorgen die daar naar boven komen. Een bekend fenomeen: er is onvrede in de samenleving en deze uit zich door een zondebok te zoeken. Daarnaast verliest de boze burger het vertrouwen in de politiek en de media. Hij of zij herkent zich niet in de politieke of spraakmakende elite en keert zich af. Wat kan de (normale) politicus daar aan doen? Volgens Ronald zou het een goed ding zijn als politici ‘het eerlijke verhaal’ zouden vertellen, een beetje utopisch, want het lijkt politieke zelfmoord, daarnaast zou de burger naast zijn stemrecht ook meer gebruik kunnen maken van de democratische fora.
Ten slotte was er de voordracht van Thijs Lijster, hij gebruikte zijn recent verschenen boek “De grote vlucht inwaarts”. Daarbij noemde hij “de grote sprong voorwaarts” van Mao Ze Tung om de discrepantie tussen het utopisch denken of het denken in totaliteit en het afkeren van de grote buiten-wereld (de vlucht inwaarts) mee aan te geven en waarop we geen controle kunnen uitoefenen. De vlucht inwaarts, of de verinnerlijking noemde hij de “ikeaficatie” van de samenleving met de focus op de “gezellige huiskamer” in de publieke ruimte, dit resulteert in een afwachtende houding en een weinig betrokken zijn bij zijn omgeving . Verder is er binnen de verinnerlijking een belangrijke plaats voor het individuele spiritualisme. Het tweede deel dat hij omschrijft als verstarring, gaat Lijster in op de transformatie van geschiedenis in natuur waarbij de sheets van Margaret Tatcher met de uitspraak “there is no alternative” en de “evolutie van de mens tot barcode” worden getoond. Het derde gedeelte van zijn voordracht noemt hij “sterke verhalen” en refereert daarbij aan René Boomkens die aangeeft dat we sterke verhalen moeten vertellen om uit de claustrofobische binnenwereld te treden, waarbij de sheets “Rutte met een olifant als een stomp midden in zijn gezicht met de tekst zelfredzaamheid” en “een beter milieu begint bij jezelf” natuurlijk een persiflage zijn op de sterke verhalen. De laatste sheet toont het kunstwerk “socle du monde” van Piero Manzoni, dat in deze lezing waarschijnlijk refereert aan het verlaten van de binnenwereld (de grote vlucht inwaarts).
Ter afsluiting was er een geanimeerde paneldiscussie, ingeleid door een vraag van Herman Simissen. Daarna de vragen uit de zaal. De panelleden gingen zo op in hun discussie dat het maar goed was dat er maar één microfoon was; ze konden niet wachten tot ze het woord kregen. De discussie liep dan ook flink uit in de tijd, maar niet uit de hand.
Elly de Ruiter, Zutphen.
Bedankt voor de samenvatting, die bracht deze inspirerende dag weer levendig tot herinnering. Ik hoop dat er nog veel van zulke mooie dagen zullen volgen, complimenten voor de organisatoren!